door Jan Stoffers
De reünie van Paardenportcentrum de Hondsrug in Borger is op 10 oktober 2020 alweer 5 jaar geleden. Met een groot aantal oud-ruiters hadden we een zeer geslaagd gebeuren in cafetaria het Hunebed in Borger. Een gedenkwaardige bijeenkomst rond de manege van Gien Smeenge in de jaren 60-70 van de vorige eeuw. Er werd onder andere een boek gepresenteerd en we hebben naar beelden uit die tijd gekeken. De deelnemers zijn naar de nog te herkennen manegestekkies gewandeld en er werden veel fraaie foto’s gemaakt. Er was alle ruimte voor de meer dan veertig deelnemers om bij te praten, een zeer belangrijk gegeven bij een reünie. Helaas zijn sommige deelnemers niet meer onder ons. Voor een aantal van die reünisten heeft die 10e oktober 2015 een vervolg gekregen in Gasselte. Op de manege van Jos Krapels is gelegenheid voor ons om jaarlijks een zestal bijeenkomsten op en rond het paard hebben. Hans Visscher en Karsten Berends organiseren dit alweer een aantal jaren.
Met enige regelmaat komen Hans Visscher, Geert Hoving, Freddie Thies en Jan Stoffers bij elkaar. Meestal blikken we dan terug op de jaren die we in en rond de manege meemaakten. De frequentie valt dit jaar wat lager uit door Covid-19. Een deel van wat er besproken wordt keert soms terug in de nieuwsbrieven. Geert is degene die voor de nieuwsbrieven vaardig de tekstverwerker weet te hanteren. Deze keer is het mijn beurt om onze terugblikken voor jullie naar ik hoop, in wetenswaardigheden om te zetten.
Op donderdag 13 augustus kwamen we in een snikheet Borger bij elkaar. Hans wist een aardige locatie en leidde ons richting de Poolshoogte. Dat ligt in het bos tussen Ees en Odoorn. Op een schaduwrijke plek was het goed toeven op het terras uiteraard met de vereiste afstand. Feitelijk nemen we elke keer weer “poolshoogte” rond onze jaren op Paardensportcentrum de Hondsrug in Borger. De door Geert onderhouden website komt meestal ter sprake. En onze chef fotografie Freddie weet regelmatig op het internet zaken op te diepen die het bespreken waard zijn. Ook proberen we op verschillende manieren de geschiedenis van alle zaken die er in de 60- en 70er jaren van de vorige eeuw op de manege speelden scherp te krijgen. Uiteraard wisselen we ook persoonlijke zaken uit, variërend van grappen en grollen tot en met de meer serieuze zaken van het leven.
De vorming als mens die we in Borger kregen komt regelmatig aan de orde. Gien Smeenge was voor ons degene die ons op de haar bekende wijze leerde in actie te komen. Van de andere kant waren we trouwens ook mans c.q. mens genoeg om op gezette tijden even wat afstand van de door haar gebruikte woorden en soms ook daden te nemen.
Op die 13e augustus kwam aan de orde dat we met warm weer soms al heel vroeg een rit maakten, dit om de paarden niet te zeer te belasten. ’s Middags gingen we dan naar het zwembad of naar een zandplas. Tante Gien was laten we wel zijn, in wezen al heel vroeg met dierenwelzijn. Ze was zeer begaan met de dieren en waakte voor overbelasting. Hoewel… in de minder drukke periode en met name in de winter was er soms misschien ook wel sprake van “onderbelasting”. Soms waren de paarden en pony’s bij de lessen op vrijdag en zaterdag nog wel erg okselfris. Daarom ging het spul soms in gedeeltes af toe even los in de manege. Het was altijd een mooi schouwspel om te zien hoe de paarden en de pony’s hun overtollige energie kwijt raakten.
Na de warmte kwam de kou ter sprake en met name de koude winters die we daar meemaakten. De slaapruimte c.q. zolder boven het woonhuis van de familie Venema was bedompt als je er met 8 man op sliep. Bij winters van rond de min 15 graden Celsius moest je ’s nacht soms bijzondere maatregelen nemen. Freddie bijvoorbeeld klom soms volledig gekleed onder een paardedeken die hij dan met singels vastmaakte. Willem Oudegeest had soms een tijdje een elektrische straalkachel op zijn buik. De “isolatie” van het rieten dak bestond hoogstens uit platen van het bekende goudeerlijke asbest.
Er waren bij de winterdag ook klussen als water geven bij de paarden die aan de Brinkstraat stonden. Dit was de vroegere boerderij van de familie van Wijk. Het aannemersbedrijf Smeenge had daar opslag.Tja en even meer dan ter zijde, dat bedrijf zou je vandaag de dag een stille hoofsponsor kunnen noemen. Wij reden toen in de manege van mevrouw Smeenge overigens nog in een totaal reclamevrije bak.
Sommigen van ons liepen graag op klompen omdat die in de winter lekker warm waren en de temperatuur van je voeten dragelijk hielden. Met ARBO en zo hadden we toen nog niet zoveel op. Bevroren leidingen van de waterbakken ontdooiden we met een brander, dit in de toch niet geheel stro- en hooivrije stallen. Ooit heb ik er voor de zekerheid met een schuimblusser bijgestaan. Tja, en om onverklaarbare redenen was het ding al gebruikt voor dat het in feite noodzakelijk was. Niet leeggespoten maar wel onbruikbaar. Heb dat apparaat later nog geruild met een goede blusser uit onze winkel in Emmen, waar het defecte apparaat later door een inspecterend bedrijf gerepareerd werd. Tja adolescenten die letten soms op een verkeerde manier op de centen.
Op de een of ander manier kwam naar voren dat Jan Venema vroeger wel als model gebruikt werd door Jan Arends. Dit omdat hij een voor een kapper in opleiding mooie bos haar had. Hans wees zoals hij dat treffend en humoristisch kan op mijn huidige brede scheiding en stelde dat ik vroeger ooit ook een weelderige haardos bezat. Waarop Freddie naar voren bracht dat ondergetekende vroeger een dwarrel in zijn haar had. Dat feit was ik zelf al weer wat jaartjes vergeten. Bij mijn thuiskomst vertelde ik dit aan mijn vrouw Henriëtte. Ze gaf me terug nu te snappen waarom onze jongste dochter een dwarrel in haar haar heeft. Tja dat vergeten van mij kun je dan in plaats van als een dwarrel maar beter als een kronkel zien.
Jan met en zonder dwarrel en kronkel.
o – o – 0 – o – o