Verhalen over onze jaren in Borger – Freddie Thies

Door: Freddie Thies

Met enige regelmaat komen wij, Hans Visscher, Geert Hoving Jan Stoffers en Freddie Thies samen.Meestal blikken we dan terug op jaren die we in en rond de manege meemaakten. Deze keer is het mijn beurt om een terugblik over mijn periode van de manege te geven. Geert is degene die de Nieuwsbrief vervaardigt en de verhalen daarin plaatst.

 

Eind 1959 vertelde mijn vriend Hessel Hollema, dat hij ging ponyrijden bij mevrouw Smeenge van Manege “De Hondsrug” in Borger. Ik wilde ook graag leren ponyrijden en vond het wel een strak plan om met Hessel naar Borger te gaan. Ik wilde later toch bij de beredenpolitie en dan moest je toch kunnen Les van Mary Annrijden. Als verjaardagcadeau mocht ik van mijn moeder gaan ponyrijden.Zo gebeurde het, dat ik begin 1960 ponyrijles in de overdekte manege van mevrouw Smeenge kreeg.Mijn eerste lessen, waren aan de longe op Berry, naargelang mijn rijkunst vorderde, mocht ik ook op andere pony’s rijden.

De manege had toen nog het kleine formaat, met de voorste paardenstal en aparte ponystal in het kleine boerderijtje aan de wegzijde voor de manege.

De open ruimte tussen de ponystal en de manege gebruikten we toen om de pony’s te poetsen. Later werd deze open ruimte overkapt en ingericht als de Foyer. Freddie Wapje

 

Ik was op de manege al gauw kind aan huis. Zo gebeurde het dat ik er vaak hele dagen rondhing en in de stallen hielp. In het begin ging ik soms met “Tante Gien” Smeenge in haar grote witte Chevrolet mee naar haar huis bij het aannemersbedrijf aan de Hoofdstraat richting Ees. Zij had daar toen ook nog een paar paarden staan. Dat waren volgens mij o.a. de hengst Windy en een merrie met veulen.Soms brachten we paarden via een bosje achter die woning naar een aldaar gelegen weiland. Ook brachten wij weleens paarden naar een weiland in Westdorp, gelegen naast een zomerhuis van mevrouw Smeenge; we gingen daar dan lopend met de paarden aan de hand naar toe. In die tijd aten wij warm bij tante Gien thuis. Gieneke (stiefdochter van mevrouw Smeenge) zorgde dan voor het warm eten.

Groep brug Ees 

Na verloop van tijd bleef ik in de weekenden en in de vakanties op de manege slapen. Ik moest dan natuurlijk meehelpen, zoals: uitmesten, voeren, hooi- en stro lossen, de hoefslag vlak scheppen, poetsen van zowel paarden als tuiggage, het zadelen van de paarden voor mensen die kwamen lessen en nieuwe ruitertjes aan de longe leren lichtrijden. Jaren later, ik denk dat ik toen nog maar een snotneus van 12 jaar was, reed ik zelfs voor bij buitenritten.

 

Ik leerde in de manege veel mensen kennen. (te veel om op te noemen). Met een vaste groepje, zoals Jan Venema, Jan Stoffers, Geert Hoving, Jan Arends, Hans Visscher en Karsten Berends, verbleef ik weekenden en vakanties op de manege. Op den duur overnachten er ook meisjes.

In het begin sliepen de jongens boven de voorste stal en de meiden moesten mee naar het woonhuis (aannemersbedrijf) van mevrouw Smeenge. De bokken moesten natuurlijk wel van de geiten gescheiden worden. Later werden er slaapzalen boven de oude ponystal voor de meiden gemaakt.

Mevrouw Smeenge deed met haar pony’s en paarden aan verschillende evenementen mee.Meerdere ruitens/ amazones waaronder ik, hadden het geluk dat we mee mochten naar of meedoen aan, zoals:

  • De hengstenkeuring op Het Loo in Apeldoorn;
  • Crosswedstrijden in Norg, Havelte, Grolloo (achter het landgoed De Moere, waar mevrouw Bronsvoort woonde) en Anloo (waar we het voskleurige hondje Florry aan over gehouden hebben);
  • Demonstraties tijdens concoursen en tentoonstellingen in o.a. Zuidlaren of Oostermoer in Borger;
  • Springconcoursen o.a. in Zuidlaren (CHIO), de Kerst pony-springconcoursen in Borger en het springconcours voor jeugdruiters in Bedum (ik weet nog goed, ik reed toen op Carolus, een voskleurige ruin (hij was vrij stevig gebouwd en had een stevige, korte hals, het was een krachtpatser) tegen o.a. Henk Nooren. Hij moest toen zo nodig de opmerking “wat ik met dat tweepersoons paard moest” plaatsen. ik werd toen wel ex aequo tweede samen met Henk Nooren);
  • Sinterklaas intochten in o.a. Emmen en Borger, waarbij mij meestal verkleed te paard zaten;
  • Arrenslee wedstrijden/demonstraties in o.a. “Het Stadspark” in Groningen;
  • Deelname aan de cursussen van de NPC-Noord, daarbij konden wij dan examens doen voor de bronzen-, zilveren- en goudenspeld. Die examens bestonden uit dressuur, springen en theorie.
  • In de wintermaanden, elke vrijdag, lessen van Dhr. Willems uit Hilversum. Dat was wel bijzonder dat je daaraan mee mocht doen.
  • Lezingen van o.a. Nora Scully Tack (schrijfster van het boek “Ruiters van Morgen”).

Waar ik met Mevrouw Smeenge ook naartoe ging of waar ik wedstrijden voor haar manege reed, zij bekostigde altijd alles. Ik hoorde van mijn moeder, dat zij in het begin wel voor ponylessen betaalde, maar dat was van korte duur. Toen ik op de manege meehielp werd er nooit meer voor de lessen betaald.

Voor de lessen in de wintermaanden van Dhr. Willems uit Hilversum betaalden we wel een rijksdaalder extra.

 bloemen voor tante Gien

De Kerst pony-concoursen, die door de NPC in de manege werden georganiseerd, waren jaren achtereen altijd een groot succes. Vele jonge ruiters uit het hele noorden kwamen daar naar toe. Wij als ruitertjes van de manege Borger deden dan ook met verschillende pony’s van de manege aan mee.Uit de door Geert Hoving goed bewaarde programmaboekjes, bleek dat wij als ruitertjes van de manege het helemaal niet slecht deden. Dat kon eigenblijk ook niet anders, want we kregen goed les en we hadden goede pony’s tot onze beschikking.

 

Het Kerst pony-concours bracht wel veel werk maar ook veel lol met zich mee:

  • De staalconstructie in de manege moest van stof ontdaan- en mooi wit geverfd worden (het gebeurde wel dat we tot diep in de nacht doorgingen en zelfs op de steigerplanken in slaap vielen of je kreeg een klodder verf precies in het oog);
  • De rozetten werden door ons zelf met de hand gemaakt;
  • De programmaboekjes werden door ons gestencild (namen werden soms bewust verkeerd geschreven zoals Kees Eenhoorn werd Kees Tweehoorn);
  • Voor de ingang van de manege werd met steiger materiaal een tent opgebouwd;
  • Het hindernismateriaal moest schoongemaakt en geverfd worden.

Maar toch werden al die gezamenlijk werkzaamheden met veel plezier gedaan.

Mevrouw Smeenge organiseerde in de begin jaren 60 Kerstdiners bij hotel Bieze. Dan moesten we gewassen, haartjes gekamd en goed gekleed aantreden.Later vierden wij de nodige feestjes in het barretje (oude ponystal) van de manege of bij “Zwaantje” (cafetaria Het Hunebed).

Sigaretten en drank waren in de ogen van tante Gien voor ons met onze jeugdige leeftijd, geen probleem. Ik denk dat ik ongeveer 13 was, toen zij ons in de koude winter al een warme cognac-grog gaf, waarna zij ons meteen naar bed stuurde.

Zij vond het maar niets als we wat te intiem met de meisjes waren. Dat was in haar ogen not done. De meiden sliepen toen boven het barretje.Om daar te komen moesten ze door de woonkamer van tante Gien, waar zij meestal op de bank lag. Je snapt natuurlijk wel dat je het niet redde om ongezien bij de meiden te komen.

Een mooie uitvalbasis voor de jongens en meisjes was dan ook het voorhuis van de boerderij van Van Wijk aan de Brinkstraat, dat bood enige ruimte voor illegale feestjes (zonder toezicht van tante Gien).

 

Hieronder nog een greep uit de vele belevenissen c.q. herinneringen:

  • Willem Oudegeest bestelde bij cafetaria “Zwaantje” een rauw ei, die vervolgens bij iemand op zijn hoofd kapot geslagen.Na deze aktie zette Willem het meteen op een lopen richting de manege, maar in de Foyer kregen ze Willem al te pakken en een eiergevecht bleef niet uit. Het geel zat overal. Zo goed en zo kwaad als het kon werd alles schoon gemaakt, maar ja de volgende ochtend hadden we geen gebakken ei bij het ontbijt. Wel zag je hier en daar nog eigeel zitten. Tante Gien moest dat ook wel gezien hebben, maar ze reageerde er in het geheel niet op.Chevrolet
  • Op een keer waren Geert en ik op zoek naar de beide Jannen (Venema en Stoffers) en Hans Visscher. Zij waren met de oude blauwe Chevrolet van tante Gien, aan het crossen. In de Lemmerstraat gekomen, zagen wij de drie mannen met een beteuterd gezicht onze kant op komen lopen. Op de achtergrond, zagen we een rokende blauwe Chevrolet tegen een boom staan.Wat bleek, de gaskabel was stuk, dus de motorkap aan achterzijde van de auto was er af gehaald en Jan Stoffers zat buiten achter op de auto en kon zo het gas bedienen. In de auto zaten Hans en Jan Venema, die stuurde. Jan Stoffers liet het gas te laat los waardoor de auto de bocht niet kon krijgen en tegen de boom tot stilstand kwam. De aanblik van vorenstaande werkte zo op onze lachspieren, dat mijn broeksriem er van knapte.
  • Geert kon niet tegen het zien van bloed. Dus als je een bloedneus kreeg moest je zorgen dat hij het zag, waardoor hij dan door zijn hoeven ging;
  • Jan Arends kon niet tegen kietelen, dus Jan moest gekieteld worden met het gevolg dat ook hij door zijn hoeven ging;
  • C+B (Cuby and the Blizzards) traden in Borger op en daar wilden we naar toe. Tante Gien verbood ons dat. Wij sliepen toen in de boerderij aan de overzijde van de straat en gingen vandaar uit stiekem naar een concert van C+B. Zij zag dat dan toch niet, althans dat dachten we. We lieten een raam open om zodoende weer binnen te kunnen komen. Bij thuiskomst bleken alle deuren en ramen te zijn afgesloten. Plots kwam tante Gien met een lange zweep om de hoek van de boerderij waarbij ik een behoorlijke tik van de zweep kreeg. Zij riep erbij, ik zal jullie wel krijgen stelletje inbrekers.
  • Teun Jonker, een paardenhandelaar uit Ruinerwold, had juist twee Poolse paarden bij de manege afgeleverd. Een dag later liepen die 2 paarden los in de manege. Wij, Geert en ik sprongen, zonder zadel of hoofdstel enkel de manen vasthoudend op die 2 paarden, genaamd Orlof en Junker. Als gekken vlogen we door de binnenbak en dan toch blijven zitten;
  • Toen de merrie Lady (paard) door de Welsh hengst Windy (pony) gedekt moest worden, werd er een gat in de manege gegraven. Daar werd Lady dan ingezet, zodat de kleinere Windy erbij kon om haar te dekken;

Ik heb mijn verblijf op de manege als een TOPtijd ervaren. Het was geweldig wat ik daar allemaal heb meegemaakt, geleerd en mocht doen.

Mijn droom om later bij de Bereden Politie te komen kwam ook uit.

 

politie 2politie 3politie 1politie 5politie 4

 

o – o – 0 – o – o