In de loop der jaren wordt het steeds duidelijker dat het financiële gedeelte bij Gien Smeenge niet het sterkste punt is en dat het bouwbedrijf Smeenge de grootste sponsor van de manege is. Rekeningen voor de manege gaan regelmatig naar het bouwbedrijf en voor de rest heeft Gien Smeenge haar eigen manier om het manegebedrijf te runnen. Er wordt veel in contanten afgerekend; met bedrijven in Borger drijft ze een soort ruilhandel en een groot aantal ruiters en amazones die bij haar rijden, krijgt regelmatig niet of nooit een factuur voor het paardrijden. Aan de andere kant is er een vaste groep jongelui die regelmatig op de manege verblijft en daar de handen uit de mouwen steekt.
In de eerste helft van de jaren 70 blijkt dat de oorlog Gien Smeenge niet onberoerd heeft gelaten. Ze gaat zichzelf slecht verzorgen, drinkt veel alcohol en slaapt nog uitsluitend op de bank in haar woonkamer. Als in 1974 Jacques Philippa, een oorlogsmisdadiger die zich 29 jaar in Den Haag had schuilgehouden op een zolderetage bij zijn ouders, wordt gearresteerd, komt bij Gien Smeenge de oorlog weer boven. Philippa was in 1949 bij verstek ter dood veroordeeld. In de oorlog was hij in Duitsland en vocht o.a. met de SS aan het Oostfront mee. In 1944 kwam hij naar Nederland en had de leiding over een arrestatieploeg die met harde hand bekentenissen afdwong. Sinds 1963 had ze weer veelvuldig contact met Dolf Hoving, één van de medeverzetslieden uit de oorlog, die in Paterswolde een ponyclub leidde. Hij kwam regelmatig in Borger en ze spraken dan ook over de oorlog. Toen het bericht over de arrestatie van Philippa kwam, was Gien Smeenge volledig overstuur. Ze zei tegen Dolf Hoving: “Ik ben bang dat hij er met een kleine straf vanaf komt. Als dat zo is, moet jij een nieuwe Knokploeg oprichten en hem alsnog liquideren!” Hoving vroeg zich af: “Had Gien Smeenge op de een of andere manier een slechte ervaring met Philippa? Is Roel Oosting misschien door hem vermoord?” Hij is er niet achter gekomen en heeft geprobeerd haar van die gedachten af te brengen, wat niet is gelukt. Iedere keer als hij bij haar kwam, begon ze over het onderwerp. Het was een nachtmerrie voor haar; Gien Smeenge zei wel tegen Dolf Hoving dat ze last had van de oorlog en dat ze daarom steeds meer ging drinken.
In 1975 wordt op zaterdag 5 april bij het Ruitersportcentrum “De Hondsrug” traditiegetrouw het voorjaarsponyconcours georganiseerd. Dit jaar staat het concours in het teken van het 15-jarig bestaan van de manege van Gien Smeenge en het 10-jarig bestaan van de NPC Rayon Noord. Maar liefst 150 deelnemers komen aan de start. De NPC Rayon Noord heeft de overige afdelingen van die organisatie zowel kwantitatief als kwalitatief overvleugeld. Gedurende een groot aantal jaren komen de nationale kampioenen uit het Noorden. Dat het feestje in Borger plaatsvindt, is niet voor niets. Gien Smeenge is de grondlegger van de ponysport in Noord Nederland en daarvoor zal ze ook worden gehuldigd. Later zou blijken dat deze lustrumwedstrijd de laatste was die in de manege van mevrouw Smeenge zou worden georganiseerd. Haar fysieke en psychische aftakeling nam dusdanige vormen aan dat het lichaam en de geest het op een gegeven moment begaven.
De laatste levensjaren van Gien Smeenge waren niet benijdenswaardig. Ze was eenzaam en had het moeilijk met het overlijden van Geu, met wie ze een goede band had. Na zijn dood stopte ze zelfs met roken, maar ging wel steeds meer drinken. In 1976 werd ze met spoed in het ziekenhuis in Emmen opgenomen en meteen doorgestuurd naar het Academisch Ziekenhuis in Groningen, waar ze enkele weken op de afdeling Intensive Care doorbracht en vervolgens op de afdeling Interne werd verpleegd. Daar werd vastgesteld dat het voor Gien Smeenge niet meer mogelijk was om lichamelijk en geestelijk voor zichzelf te zorgen en daarom kreeg ze een kamer in de Psychiatrische Kliniek “De Enk” in Zuidlaren.
Op 25 oktober 1976 wordt bij beschikking van de Arrondissements-rechtbank in Assen Luchina Smeenge-Drenthe, geboren op 7 oktober 1907 en wonende te Borger onder curatele gesteld met benoeming van T.J.A. Gosselink te Erica als curator en R.S. Einhaus te Erica als toeziend curator.
Gien Smeenge blijkt fysiek wederom een zeer sterke vrouw te zijn, want ze slijt nog 18 jaar van haar leven in Zuidlaren, waar ze slechts van een enkeling bezoek krijgt. Ze wordt steeds minder aanspreekbaar. Op 7 april 1995 overlijdt ze op 87-jarige leeftijd. Naast een aantal familieleden en verpleegkundigen van “De Enk” uit Zuidlaren zijn er een paar oud-ruiters van de manege bij de crematie aanwezig 1. Een triest einde van een intens leven.
1 De as van Gien Smeenge is op 9 mei 1995 op het strooiveld van het crematorium “De Meerdijk” in Emmen (bij het gedenkkruis linksaf, schuin achter de vijver) uitgestrooid.
o – o – 0 – o – o