De brand van 1967

1967 was een jaar met veel gezichten. Het dieptepunt was de verwoesting door brand op 7 juli van de stallen van het paardensportcentrum in de Saksische boerderij tegenover de manege. Het was één van de talrijke branden die dat jaar Borger teisterden. In april waren al twee kolossale boerderijen in Ees volledig afgebrand en op 28 mei ook hotel Bieze in Borger. Op 25 augustus viel wederom een grote boerderij in Borger aan de vlammen ten prooi. De bevolking van Borger was in de ban van een mogelijke pyromaan. Na alle branden in die zomer was er op een dag het gerucht dat er weer een pand zou afbranden en dat dat wel weer eens het pand van Smeenge zou kunnen zijn. De tuin van de Centra-winkel van de familie Geerts grensde aan boerderij van Van Wijk aan de Brinkstraat, die door het bouwbedrijf Smeenge als opslagplaats voor materialen werd gebruikt. De politie patrouilleerde die nacht in de tuin van de familie Geerts. Gelukkig bleef een nieuwe brand uit. Later verklaarde de politie dat er geen verband was tussen de branden. De oorzaken waren schoorsteenbrand, kortsluiting en hooibroei.

Vrijdag 7 juli: brand van de stallen en slaapplaats

Op donderdagmiddag 6 juli werd vanaf een vrachtwagen van Blom (leverancier uit de buurt) 15 ton hooi, vers van het land, naar de zolder in de stallen van de Saksische boerderij overgebracht. Het was in de voorgaande periode nogal nat geweest, maar wel met zomerse temperaturen. De honderden pakjes werden met handkracht naar boven getransporteerd en zodanig gestapeld dat ze eenvoudig naar beneden gegooid konden worden voor het voeren. Doordat het in de voorgaande periode nogal nat was geweest, maar wel met zomerse temperaturen voelden de pakjes warm aan en dampten een beetje. De kans op hooibroei kwam ter sprake, maar als de zaak goed in de gaten werd gehouden, zou het wel meevallen. Voor de zekerheid had mevrouw Smeenge een hooiroeder laten komen, die een ijzeren staaf met thermometer tussen de pakken wurmde. Mocht binnenin de hooistapel de temperatuur oplopen dan zou de thermometer dat aangeven.

Enkele ruiters/medewerkers die deze middag met het hooi bezig waren geweest gingen ’s avonds nog even naar café ’t Hunebed van Zwaantje om wat te drinken. Daar merkten ze dat de branden in Borger hét onderwerp van gesprek waren.

brand stallen 1De volgende ochtend, 7 juli stond de wereld bij de manege in Borger op z’n kop. Er brak brand uit en niet zo gering ook. De brand werd ontdekt door de jongens die net de stallen hadden uitgemest. Een enorme rookpluim kwam uit het dak van de Saksische boerderij, die binnen de kortste keren veranderende in een vlammenzee. De 20 paarden en pony’s konden met moeite worden gered. Een aantal durfde niet door de vlammen en de rook naar buiten en moest met harde hand daartoe aangezet worden. Bij sommige paarden moest de bevestiging van de halsters met een bijl worden doorgehakt.

De gealarmeerde brandweer kon maar weinig uitrichten. De gehele boerderij brandde uit evenals de aangrenzende Museumboerderij, waarin Hans Heyting woonde. De paarden liepen door de straten van Borger; een aantal werd door hulpvaardige dorpsgenoten in een weiland gedreven. De Gemeente was zeer meewerkend door onmiddellijk de naastgelegen boerderij (het latere jeugdhonk) aan de Hunebedstraat tijdelijk beschikbaar te stellen. Diezelfde middag werd die boerderij met behulp van het bouwbedrijf Smeenge zo ingericht dat een aantal paarden er gestald kon Borger 1967 3worden. De anderen kregen een plaats in de stal bij de manege en in de boerderij van Van Wijk aan de Brinkstraat. In dit pand werd door het bouwbedrijf Smeenge materiaal opgeslagen, maar werd door Gien Smeenge eveneens gebruikt voor het opslaan van tuigen, koetsen en arren. 

In de afgebrande boerderij waren de slaapvertrekken van de jongens die in de vakantie meehielpen op de manege. Ook waren de ponykampen al begonnen, maar Gien Smeenge had voldoende alternatieven om iedereen de hele zomer een slaapplaats te bieden. Zo werden de barakken die bij het bouwbedrijf stonden en destijds als verblijf voor de meisjes dienden, afgebroken en opnieuw opgebouwd achter de manege. Ook in de tijdelijke stallen aan de Hunebedstraat werden slaapplaatsen gecreëerd.

Vrij snel na de brand begon Gien Smeenge met het bouwen van stallen en een logeerverblijf achter de manege. In het voorjaar van 1968 kon dit al in gebruik genomen worden, waardoor de paarden weer dichter bij huis gestald werden.

 

670707 Leeuwarder Crt brand manege museumbrand 9670708 Friese Koerier brand manegeBorger 1967 4museumbrand 6

 

 

Opnieuw branden

De oorzaak van de brand is nooit geheel opgehelderd. Vermoedelijk is het hooibroei geweest. De boerderij met de stallen was zodanig verwoest dat de Gemeente deze niet weer wilde opbouwen. Het terrein bleef lange tijd leeg. De naastgelegen museumboerderij – die overigens een week voor de brand op 29 juni 1967 net geopend was – kon wel weer worden hersteld en werd op 12 april 1968 weer in gebruik genomen. Op 3 mei 1980 kwam het pand echter weer opnieuw in brand te staan en werd geheel verwoest. Dit keer was brandstichting de oorzaak.

Hotel Bieze werd op 11 april 1969 weer geopend. Op het terrein waar de stallen van de manege en de museumboerderij stonden, zijn later woonhuizen gebouwd, evenals op het grasveld dat als buitenmanege diende.

En de manege aan de Hoofdstraat 2-4 zelf? Die brandde uiteindelijk ook af. Nadat mevrouw Smeenge niet meer in staat was het bedrijf te runnen werd het in 1977 verkocht en er oorspronkelijk een pannenkoekenhuis, annex rijhal van gemaakt. In 1980 wordt het pand opnieuw verkocht en heropend als Bowlingcentrum “d’Aole Manege. Op 12 juli 1981 gaat ook dit laatste gedeelte van de manege in vlammen op; de brand is gesticht door een ontevreden medewerker van het bowlingcentrum. Er staan nu nieuwbouwwoningen. Hiermee is een eind gekomen aan een historische plaats in Borger en een periode waar veel mensen met plezier aan terugdenken.

 

o – o – 0 – o – o